Het aantal waarnemend huisartsen is de afgelopen jaren fors gestegen. Dit is onder andere het gevolg van de hoge werkdruk en vele verplichtingen die praktijkhouders ervaren en een nieuwe generatie huisartsen met andere prioriteiten. Er dreigt een tweedeling te ontstaan.
Praktijkhouders ervaren dat het steeds moeilijker wordt vervanging te vinden en omdat de ANW tarieven onevenredig zijn gestegen met het NZA ANW tarief. Waarnemers voelen zich van hun kant niet voldoende betrokken in de besluitvorming, ervaren weinig continuïteit en doen veel onregelmatige diensten op de spoedposten waar ze ook een hoge werkdruk ervaren met veel verantwoordelijkheden en weinig inspraak. Daarnaast is het gemiddelde dagtarief voor waarnemen nauwelijks gestegen de afgelopen jaren. Deze verschillende posities interfereren met ons gezamenlijke doel, namelijk het verbeteren van de huisartsenzorg en het aantrekkelijker maken van ons vak voor toekomstige generaties. Als we er niet voor waken riskeren we een verdere verdeling.
Hoe gevoelig deze kwestie ligt is recent duidelijk geworden na een “plan van aanpak” geschreven door de LHV en VWS waarin gesproken wordt over een “aanbiedersmarkt voor waarnemers waar praktijkhouders sterk de nadelen van ondervinden.” In het onderzoek dragen de onderzoekers onrealistische aanbevelingen aan wat betreft beperkingen op de tarieven en verplichtingen op dienstverdelingen. Iets waar een grote groep waarnemend huisartsen zich niet in kan herkennen en die de LHV initieel onvoldoende weerlegd heeft. Na protest van collega Martine Verwijs wordt dit gelukkig verhelderd als zijnde een misvatting. Een petitie wordt gestart en ontvangt veel steun van collegae.